Alle groepen zijn gemengde groepen geworden

Alle groepen zijn gemengde groepen geworden

Schakenbosch heeft negen jeugdzorgplusgroepen. Eén groep was jarenlang een jongensgroep en één groep was de meidengroep. Sinds deze zomer is dit veranderd. Alle groepen zijn nu gemengde groepen.

Leidinggevende Astrid legt uit: ‘Er is een tijd gedacht dat het beter was wanneer jongeren met eenzelfde problematiek op één groep zouden worden behandeld.’ Ze vertelt dat uit onderzoek blijkt dat het samenplaatsen van enkel meisjes of jongens niet leidt tot meer behandelmogelijkheden of -uitkomsten. ‘Ze worden er niet per definitie beter van.’

Schakenbosch heeft eveneens ervaringen uit de praktijk opgedaan. Astrid: ‘Op een groep met eenzelfde soort problematiek, homogene groepen, is het mogelijk dat jongeren elkaar negatief beïnvloeden. Een concentratie van eenzelfde soort problematiek op één groep, bijvoorbeeld meisjesspecifieke problematiek of antisociale jongens, is daarom minder wenselijk.’

Astrid vertelt dat het niet alleen gaat om het samenplaatsen van jongens en meisjes maar ook met verschillende soorten problematiek. Hiermee wordt zo veel mogelijk aangesloten bij situaties in de maatschappij. Door jongeren op de groep al te laten oefenen met deze situaties, wordt de overgang naar huis of een vervolgplek gemakkelijker. Ook zien we dat jongeren met verschillende soorten problemen en hulpvragen veel kunnen leren van (het omgaan met) elkaar.

Het besluit om af te stappen van de jongensgroep en de meidengroep is niet lichtzinnig genomen. ‘Toen ik anderhalf jaar geleden begon bij Schakenbosch, hadden we het er al over.’

Via natuurlijke instroom zijn de meidengroep en de jongensgroep deze zomer gemengde groepen geworden. Dat vroeg veel communicatie vooraf en tijdens de plaatsingen. ‘Mooi is om te zien hoe de teams met elkaar afstemming zoeken in het belang van deze jongeren,’ zegt Astrid.

De eerste resultaten zijn al zichtbaar op de betreffende groepen. ‘Er is gelijk een andere dynamiek binnen een groep. Het is meer de realiteit, meer het echte leven.’